Het verhaal van De wijze vrederechter


Het verhaal van de wijze vrederechter

De wijze vrederechter

 

Er waren eens twee dorpsbewoners die al enige tijd ruzie hadden. De een had de ander een groot geldbedrag geleend. Maar iedere keer als de geldschieter zijn geld terug wilde hebben had de man een smoes om zijn schuld niet in te lossen. Toen de schuldeiser op een dag weer zijn geld kwam opeisen, beloofde de schuldenaar dat hij het bedrag over twee manen zou terugbetalen.

 

Na twee volle manen kwam de geldschieter zijn geld terugvragen. De schuldenaar keek onschuldig om zich heen en zei: “ ik zie maar een maan, dus ik zie geen reden om de schuld aan jou terug te betalen.” De geldschieter werd boos en antwoordde: “ Er zijn twee volle manen voorbijgegaan, je hebt mij beloofd het geld na twee manen terug te betalen.”

 

De schuldenaar bleef in zijn onschuld geloven en weer zei hij: “ Ik zie maar een maan.” De geldschieter had er genoeg van en hij legde de zaak voor aan de rechter van het dorp, die de naam Salam di Rimbu droeg.

 

De rechter liet de twee mannen bij zich thuis komen en luisterde aandachtig naar de verklaringen. Toen de zon was ondergegaan nam hij ze mee naar de rivier die vlak naast het dorp stroomde. De hemel was onbewolkt en de volle maan scheen vredig in de rimpelloze rivier. “Kijk goed,” sprak de rechter met een strenge stem. “ Vertel mij wat daar in de rivier schijnt,” en hij wees naar de gouden cirkel in de rivier. De schuldenaar keek naar de rivier en antwoordde: “ Dat is de maan, hooggeleerde.” Dat is juist, maar vertel mij nu wat daar hoog in de hemel hangt. “ Dat is ook een maan,” en de schuldenaar boog zijn hoofd. Hij begreep wat de rechter hiermee wilde zeggen. “ Dan zijn er toch twee manen?” vroeg de rechter aan de schuldenaar. “U hebt gelijk,” antwoordde de schuldenaar. “Dan is de tijd gekomen om uw schuld in te lossen, want zelfs ik ben er getuige van dat hier vanavnd twee manen schijnen.”

 

De geldschieter was tevreden en de schuldernaar was door de wijsheid van de vrederehter op zijn eigen leugen betrapt.